Veelgestelde vragen en antwoorden
Werkzaamheden in de openbare ruimte
Er zijn veel verschillende beesten die processierupsen eten. De volgende vogelsoorten eten ze graag: koolmezen, spreeuwen, boomklevers, spechten, wielewaal, kauwen, en vinken. Naast vogels zijn er ook insecten die eikenprocessierupsen eten zoals de kleine poppenrover, rupsenaaskever, (bid)sprinkhaan en weekschildkevers.
De brandharen zijn moeilijk uit kleding te verwijderen. Het advies is dan ook om kleding op 60 graden te wassen. Zeker wanneer u weet dat u in een besmet gebied bent geweest en u last heeft van de brandharen. Bij kleding die u op maximaal 30/40 graden mag wassen, adviseren we om de kleding twee keer te wassen en extra te spoelen. Dan worden de haartjes zachter en zijn ze makkelijker uit te spoelen. Het is niet verstandig om de was buiten te hangen als er eikenprocessierupsen in de buurt voorkomen.
De brandharen houden 6 tot 8 jaar hun karakteristieke vorm en activiteit, ook wanneer ze in de grond komen. Op plaatsen waar dus in voorafgaande jaren processierupsen aanwezig waren en waar deze nu niet meer voorkomen, kunnen de brandharen nog steeds voor overlast zorgen. Bij hogere temperaturen, boven de 60 graden, kunnen de haren, doordat de samenstellende eiwitten van structuur veranderen, hun activiteit verliezen.
Honden en katten lopen vooral risico wanneer zij aan nesten snuffelen of deze in hun bek nemen. Neem bij het zien van klachten bij uw huisdier contact op met een dierenarts. Houd uw hond/kat dus goed in de gaten en/of aangelijnd als u in de buurt van eiken gaat wandelen.
Eikenprocessierupsen komen op de volgende soorten eiken voor:
In Nederland is een voorkeur voor de zomereik (Quercus robur), maar de rups komt ook voor op de Hongaarse eik (Quercus frainetto) en moseik (Quercus cerris). Als er heel veel rupsennesten zijn, dan komen ze ook voor op de moeraseik (Quercus palustris), de Amerikaanse eik (Quercus rubra) en zelfs op de steeneik (Quercus ilex).
Preventieve bestrijding is erop gericht om overlast te voorkomen. RMN behandelt de bomen in IJsselstein waar in een eerder jaar besmetting is geconstateerd voordat de rupsen zich hier kunnen vestigen. Dit doet RMN door het ophangen van vogelkastjes (voor de natuurlijke vijand van de rups) en het inspuiten van de boom met een biologisch bestrijdingsmiddel.
De activiteit van de rupsen duurt tot ongeveer half juli. Daarna gaan ze verpoppen. Het gevaar van afschieten van brandharen is dan voorbij. Er blijven echter nog veel brandharen achter, deze kunnen dan nog steeds overlast veroorzaken. Het is zaak om de nesten zo snel als het kan te (laten) verwijderen.
Ja, dat kan. Brandharen zijn microscopisch klein en kunnen in de buurt van besmette eiken door de lucht dwarrelen. Deze haren kunnen gezondheidsklachten geven als ze neerslaan op de huid of wanneer ze in de ogen of luchtwegen terecht komen.
Als er geen lint om de bomen zit, wil het niet zeggen dat daar geen eikenprocessierups is. RMN houdt in gemeente IJsselstein plekken waar veel mensen komen, zoals speelplaatsen en scholen, goed in de gaten. De nesten worden op die plaatsen meestal snel verwijderd.
De vlinder zelf doet niets en eet niets. Let op: als een vlinder net uit een nest komt, dan kunnen ze ook nog brandhaartjes meenemen. Ze komen op licht af, maar niet direct op mensen of dieren. Meestal zie je ze bij lampen en ramen. Ze worden ook graag door vogels en vleermuizen opgegeten.
Ja, dat kan. Vooral als rupsen, of complete nesten met rupsen, uit de boom zijn gevallen, kunnen ze zich groeperen op een object in de buurt. Denk hierbij aan een brievenbus, een speeltoestel of een container. Na verloop van tijd trekken ze de boom weer in. Het kan ook zijn dat ze op het object een nest vormen en vervolgens van daar uit ‘s avonds de boom in lopen om te eten. Aan het begin van de morgen keren ze dan weer terug naar het nest. De processierups komt incidenteel ook op dood (brand) hout voor.
Als je jezelf wil beschermen tegen inademing van brandharen dan dien je een kapje met een P3 filter te dragen. Andere mondkapjes zijn in dit geval een schijnoplossing. Nu is de kans dat je ook daadwerkelijk luchtwegklachten krijgt, als je in een omgeving met eikenbomen woont of loopt, heel klein. Hierdoor is het niet direct noodzakelijk om jezelf op deze manier te beschermen. Dieren die geneigd zijn te happen in besmet gras, hooi of gevallen nesten kunnen een muilkorf dragen om dit te voorkomen.